dood Afrikaans - Dutch
1.
-
Afrikaansdood
-
Dutchdood, dode, overleden, gestorven
-
Dutchbloed-, oer-, dood-
2.
-
Dutchuitgedoofd, slapend, dood
3.
-
Dutchdood(straf)
4.
-
Afrikaansdood
-
Dutchdood, dode, overleden, gestorven
-
Dutchbloed-, oer-, dood-
5.
-
Dutchdood(straf)
6.
7.
-
Afrikaansdood
8.
-
Dutchnog in leven, nog niet dood en begraven
9.
-
Afrikaansdood
-
Dutchdood, dode, overleden, gestorven
-
Dutchbloed-, oer-, dood-
10.
-
Dutchkruisiging
-
Dutchde kruisiging
11.
-
Dutchonderwereld, leven na de dood
12.
-
Dutchlevenloos, levensloos, dood, doods, ontzield
English translator: Afrikaans Dutch dood Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare