vera Slovene - Dutch
1.
2.
-
Dutchecht, waar
-
Dutchecht
-
Dutchecht, echte, oprecht
-
Dutchecht, werkelijk
-
Dutchecht, echte, typisch
3.
-
Slovenenavadna melisa
4.
5.
-
Dutchslissen, lispenen
6.
7.
-
Dutchtoch
8.
9.
-
Dutchzelfde, dezelfde, hetzelfde
10.
11.
-
Dutchcheckpijn doen, checkzeer doen
-
Sloveneboleti
12.
-
Dutchwezen
-
Slovenebitje
-
Dutchbestaan
-
Slovenebivanjebitje
13.
-
Dutchbestaan
14.
-
Dutchblijven, verblijven
15.
-
Dutchoprechtheid
-
Slovenezvestoba
-
Dutchwaarheid
-
Sloveneresnica
-
Dutchwaarheid
-
Sloveneresnica
-
Dutchwerkelijkheid
-
Dutchwaarheid
-
Slovenecheckresnica
16.
-
Dutchkletsen, babbelen
17.
-
Dutchfout, verkeerd, mis
18.
-
Dutchvertrouwen
-
Slovenevera
-
Slovenevera
-
Slovenevera
19.
20.
-
Dutchgijzelen
21.
-
Dutchecht, waar
-
Dutchecht
-
Dutchecht, echte, oprecht
-
Dutchecht, werkelijk
-
Dutchecht, echte, typisch
22.
-
Dutchpijpenstelen regenen, regenen dat het giet
English translator: Slovene Dutch vera Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare