gostar Portuguese - Dutch

1.

  • Dutcheen hekel hebben aan, qualifiernl

  • Portuguesenão gostar de, desgostar de


2.

  • Dutchhouden van, graag hebben, lusten, graag lusten, leuk vinden

  • Portuguesegostar


  • Dutchgraag hebben, graag zien, zich aangetrokken voelen tot, leuk vinden

  • Portuguesegostar


3.





English translator: Portuguese Dutch gostar  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare