tener in other languages
-
Latin
tener Latin - Dutch
1.
-
Latincuro, caveo, accuro
-
Latincuro, caveo, accuro
2.
-
Dutchopmerken, constateren
-
Latinvideo
3.
-
Dutchkoesteren
4.
-
Dutchcheckzorgen voor, checkopletten
-
Latinteneo
-
Dutchopletten, uitkijken
5.
-
Dutchbereiken, het gemaakt hebben
6.
-
Dutchhouden, vasthouden
-
Latinteneo
-
Dutchbevatten
-
Dutchbijhouden
-
Latinhabeo, teneo, possideo, sedeo
-
Dutchtegenhouden
-
Dutchvasthouden
7.
-
Dutcheen hekel hebben aan, qualifiernl
-
Latinodi, odio
8.
-
Dutchhebben
-
Latinhabeō, teneo, possideo, su qualifier
-
Dutchmoeten
-
Latinhabeo quod, qualifierlalala
-
Dutchkrijgen
-
Latinpatio, pario
-
Dutchhebben
-
Latinqualifierla
9.
10.
-
Latinsitīre
11.
-
Dutchkloppen, zinvol zijn, betekenisvol zijn
-
Dutchkloppen, zinvol zijn, betekenisvol zijn
12.
-
Dutchbeklagen
-
Latinmisereor, miseret
13.
-
Dutchmoeten
-
Latindebeō, debere, qualifierlala
14.
-
Dutchbang, bevreesd
15.
-
Dutchzin hebben
16.
-
Dutchplaatshebben, gebeuren, plaatsvinden
-
Latinfio, accido
17.
-
Dutchte maken hebben
18.
-
Dutchfalen
19.
20.
-
Dutchuitkijken naar, ernaar uitkijken o, verheugen zich op
21.
22.
-
Dutchseks hebben
23.
-
Dutchonthouden, rekening houden
-
Latinteneo
English translator: Latin Dutch tener Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare