manier Dutch - Slovene
1.
-
Dutchhanteren, gebruiken
2.
3.
-
Dutchorigineel, op een nieuwe manier
4.
-
Dutch(bij) manier van spreken, (bij) wijze van spreken, stijlfiguur
5.
-
Dutchbeheersen
6.
-
Dutchop een of andere manier, eenderhoe
English translator: Dutch Slovene manier Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare