<>

afschuwelijk Dutch - Russian

1.

  • Dutchafschuwelijk

  • Russianстра́шный, ужа́сный


2.

  • Dutchafschuwelijk, afgrijselijk, afschrikwekkend, verschrikkelijk, verwerpelijk

  • Russianгну́сный, ме́рзкий, отврати́тельный


3.

  • Dutchwalgelijk, afschuwelijk

  • Russianотврати́тельный, омерзи́тельный, га́дкий, проти́вный


4.

  • Dutchafschuwelijk

  • Russianужа́сный, гну́сный


5.


6.

  • Dutchabominabel, afstotelijk, verschrikkelijk, afschuwelijk, verfoeilijk

  • Russianотврати́тельный, омерзи́тельный, проти́вный, гну́сный, га́дкий, отвра́тный,


7.

  • Dutchafschuwelijk

  • Russianужа́сный, стра́шный, жу́ткий


8.

  • Dutchangstaanjagend, verschrikkelijk, gruwzaa, gruwelijk, afschuwelijk

  • Russianомерзи́тельный, отврати́тельный, ужа́сный


9.

  • Dutchafgrijselijk, afschuwelijk, verschrikkelijk

  • Russianужа́сный, стра́шный


  • Dutchafgrijselijk, afschuwelijk, verschrikkelijk, abominabel

  • Russianотврати́тельный


10.

  • Dutchverachtelijk, verfoeilijk, afschuwelijk

  • Russianпрезре́нный, жа́лкий qualifier


11.





English translator: Dutch Russian afschuwelijk  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare