ontwijken Dutch - Portuguese
1.
2.
-
Dutchvermijden, schuwen, ontwijken
-
Portugueserenegar
3.
-
Dutchontwijken, missen
-
Portugueseevitar
4.
-
Dutchontwijken, uit de weg gaan, ontspringen
-
Portuguesequalifierpt
-
Dutchontwijken
5.
-
Dutchontwijken, voorkomen
6.
-
Dutchontwijken
7.
-
Dutchafweren, ontwijken
8.
-
Dutchontwijken
English translator: Dutch Portuguese ontwijken Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare