verslaan Dutch - Norwegian

1.

  • Dutchslaan, overmeesteren, verslaan, overwinnen

  • Norwegianslå


2.


3.

  • Dutchoverwinnen, verslaan

  • Norwegiannedkjempe, overvinne


4.

  • Dutchverslaan, overwinnen

  • Norwegianovervinne, beseire


5.

  • Dutchslaan, overmeesteren, verslaan, overwinnen

  • Norwegianslå





English translator: Dutch Norwegian verslaan  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare