schreeuw Dutch - Norwegian
1.
-
Dutchgekrijs
2.
-
Dutchschreeuw
3.
-
Dutchschreeuw
-
Norwegianrop
-
Dutchschreeuwen
-
Norwegianrope
4.
-
Dutchkreet, gil, roep, schreeuw, brul
-
Dutchgebrulgeschreeuw, geroep
-
Dutchbrullen, roepen, schreeuwen
-
Dutchbrullen, roepen, uitroepen, uitschreeuwen
5.
-
Dutchschreeuw
-
Dutchschreeuwen
-
Norwegianskrike, hyle
English translator: Dutch Norwegian schreeuw Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare