raken Dutch - Kazakh
1.
-
Dutchraken
2.
-
Dutchaanraken, beroeren, raken
-
Kazakhжанасу
-
Dutchraken, roeren, ontroeren
3.
-
Dutchin onmin raken
4.
-
Dutchvervallen, in verval raken, verloederen
5.
-
Dutchraken, treffen, slaan
-
Kazakhұру, соғу
-
Dutchraken, treffen
6.
7.
-
Dutchvervallen, in verval raken, verloederen
8.
-
Dutchkwijt raken, van af zijn
English translator: Dutch Kazakh raken Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare