overwinnen Dutch - Hungarian
1.
-
Dutchslaan, overmeesteren, verslaan, overwinnen
2.
-
Dutchoverwinnen
-
Hungarianerőt vesz, úrrá lesz
3.
-
Dutchoverwinnen, domineren, zegevieren,
4.
-
Dutchoverwinnen, verslaan
5.
-
Dutchverslaan, overwinnen
-
Hungarianlegyőz
6.
-
Dutchslaan, overmeesteren, verslaan, overwinnen
7.
-
Dutchoverwinnen
English translator: Dutch Hungarian overwinnen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare