<>

steek Dutch - Greek

1.


2.


3.

  • Dutchde pijp aan Maarten geven, het loodje leggen


4.


5.


6.

  • Dutchin de steek laten, verlaten, dumpen


7.

  • Dutchachterlaten, in de steek laten, verlaten, begeven qualifier

  • Greekεγκαταλείπω, παρατώ, αφήνω


8.


9.


10.

  • Dutchnaad

  • Greekσυρραφή, ραφή


11.

  • Dutchachterlating, verlating, in de steek laten

  • Greekαπάρνηση


  • Dutchachterlating, verlating, verwaarlozing, veronachtzaming, het in de steek laten





English translator: Dutch Greek steek  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare