oplossen Dutch - Greek
1.
-
Dutchoplossen
2.
-
Dutchverzachten, checkzachter worden attentionoplossen, smelten, meegeven
3.
4.
-
Dutchoplossen
5.
-
Dutchontbinden, oplossen
-
Greekδιαλύω
-
Dutchoplossen
-
Greekδιαλύω, λιώνω
-
Dutchoplossen
-
Greekδιαλύομαι, λιώνομαι
6.
-
Dutchontrafelen, oplossen, ontwarren
-
Greekλύνω
English translator: Dutch Greek oplossen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare