aftrekken Dutch - Greek
1.
2.
-
Dutchaftrekken, in mindering brengen
-
Greekαφαιρώ
3.
-
Dutchaftrekken
4.
-
Dutchaftrekken, overslaan, verminderen, weglaten
5.
-
Greekαυνανίζομαι, qualifierel
-
Dutchaftrekken
-
Greekαυνανίζω, qualifierel
6.
-
Dutchbroeka aftrekken
7.
English translator: Dutch Greek aftrekken Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare