<>

wegwezen Dutch - German

1.

  • Dutchflikker op, optiefen, oppleuren, ophoepelen, oprotten, opflikkeren,

  • Germanverpissen


2.

  • Dutchflikker op, optiefen, oppleuren, ophoepelen, oprotten, opflikkeren,

  • Germanverpissen

  • Dutchflikker op, optiefen, oppleuren, ophoepelen, oprotten, opflikkeren,

  • Germanverpissen


3.

  • Dutchflikker op, optiefen, oppleuren, ophoepelen, oprotten, opflikkeren,

  • Germanverpissen


4.


5.

  • Dutchophoepelen, oprotten, opflikkeren, opdonderen, ophoeren, oplazeren,

  • Germansich packen, verschwinden


6.

  • Dutcher vanonder muizen, 'm smeren, zijn biezen pakken, wegwezen, er vanonder trekken

  • Germanfliehen, fortlaufen, davonmachen


7.

  • Dutchflikker op, optiefen, oppleuren, ophoepelen, oprotten, opflikkeren,

  • Germanverpissen





English translator: Dutch German wegwezen  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare