optreden Dutch - German
1.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Germanspielen
-
Dutchgedragen, optreden
-
Germanspielen, benehmen, fungieren
2.
-
Dutchoptreden
-
Germanspielen
-
Dutchoptredentoneelstuk
-
GermanSchauspiel
3.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Germanspielen
-
Dutchgedragen, optreden
-
Germanspielen, benehmen, fungieren
4.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Germanspielen
-
Dutchgedragen, optreden
-
Germanspielen, benehmen, fungieren
5.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Germanspielen
-
Dutchgedragen, optreden
-
Germanspielen, benehmen, fungieren
6.
-
Dutchverschijnen, zijn opwachting maken, haar opwachting maken, optreden
-
Germanerscheinen, auftauchen
7.
-
Dutchoptredenconcert
-
GermanAuftritt
8.
-
Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)
-
Germanspielen
-
Dutchgedragen, optreden
-
Germanspielen, benehmen, fungieren
English translator: Dutch German optreden Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare