drijven Dutch - German
1.
-
Dutchbreken, uiteen drijven
2.
-
Dutchdrijven
-
Germantreiben, schwimmen, schweben
-
Dutchdrijven
-
Germanschwimmen
-
Dutchmeedrijven
-
Germantreiben
3.
-
Dutchdrijven, aanzetten, aansporen, bewegen
4.
-
Dutchsamendrijven, drijven
-
Germantreiben
-
Dutchvoortdrijven
-
Dutchqualifiernl
-
Germanschlagen, einschlagen
-
Dutchaandrijven
-
Germanantreiben
-
Dutchdrijven
-
Germanzwingen
-
Dutchdrijven, maken
-
Germantreiben
5.
-
Dutchtot wanhoop drijven
6.
-
Dutchdrijven
English translator: Dutch German drijven Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare