activa Dutch - Danish
1.
-
Dutchactiveren
-
Dutchaanzetten, inschakelen
2.
3.
-
Dutchactiva
4.
-
Danishneeded
-
Dutchdoor activa gedekt, op onderpand van activa
5.
-
Dutchbedrijvende vor, actief
-
Dutchbedrijvende vor, actief
6.
-
Danishtilgodehavende
-
Dutchvordering
English translator: Dutch Danish activa Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare