estar Catalan - Dutch
1.
-
Catalanassistir
-
Dutchvolgen, bijwonen, aanwezig zijn
2.
-
Catalanquedar-se, restar
-
Dutchblijven, achterblijven
3.
-
Dutchsikkeneurig zijn
4.
-
Catalanpas, estadi, fase, etapa
-
Dutchstadium
5.
-
Catalanvestit d'Adam
-
Dutchadamskostuum
6.
-
Dutchopletten
7.
-
Dutchcheckwoonkamer de, checkhuiskamer de, checkzitkamer de, checkliving de
8.
9.
-
Dutchschuldig zijn
10.
-
Dutchfriemelen
11.
-
Catalanestar
-
Dutchzijn, staan, zitten, liggen, wezen qualifier
12.
-
Dutchcheckhet niet eens zijn , checkhet oneens zijn
13.
14.
-
Catalanfloració
-
Dutchbloesemtijdbloei
15.
-
Dutchongesteldheid
16.
-
Dutchbraakkneiging, (plotse) onpasselijkheid, (aanval van) misselijkheid
17.
-
Catalantenir ganes de, estar d'humor per
18.
-
Dutchvoornemens
19.
-
Catalanpreocupar-se, amoïnar-se
-
Dutchbezorgd zijn, zich zorgen maken
20.
-
Dutchvoornemens
21.
-
Dutchwelvaartsstaat
22.
-
Dutchtreuren, rouwen
23.
-
Dutchrammelen, sterven van de honger
24.
-
Dutchin de gaten houden
25.
-
Dutchopletten
26.
-
Catalanconfondre's, estar confós
-
Dutchverbijsterd zijn, in de war zijn
English translator: Catalan Dutch estar Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare