mais in other languages
-
West frisian
-
West frisian
-
West frisian
mais West frisian - Dutch
1.
-
Dutchmin of meer
2.
-
Dutchbroertje
3.
-
Dutchzou/zouden (past tense of zullen)
4.
-
Dutchouder
5.
-
Dutchsuikermais
6.
7.
-
Dutchin de eerste plaats, bovenal, om te beginnen
8.
-
Dutchgepofte maïspopcorn
9.
10.
-
Dutchzo snel mogelijk
11.
-
Dutchcheckverder
12.
-
Dutchplus, en
-
Dutchplus
13.
14.
-
Dutchblond
15.
-
Dutchiets
16.
-
Dutchenig, enkel
17.
-
Dutch-ste
18.
-
Dutchkom op, kom aan
19.
-
Dutchtot straks, tot later, tot zo quallater qualifier
20.
-
Dutchnadien, achtera
21.
-
Dutchlater, mazzel
22.
-
Dutchmaar, echter
-
Dutchmaar
23.
-
Dutchte veel
24.
-
Dutchmaar toch
25.
-
Dutcheerder
26.
-
Dutchafgezien van, behalve
27.
-
Dutchmeer, langer
28.
-
Dutchongeveer, vrijwel, bijna
29.
-
Dutchzusje
30.
-
Dutchmaand
31.
-
DutchmaisSpaanse tarwe
32.
-
Dutchongeveer, vrijwel, bijna
33.
-
Dutchmeeste
34.
-
Dutchover, meer dan
35.
-
Dutchverder
36.
-
Dutchdag, doei, doeg,
37.
38.
-
Dutchvroeg of laat
-
Dutchvroeg of laat
39.
-
Dutchplusteken
40.
-
Dutchanders nog iets
41.
-
Dutchatoommassa
English translator: West frisian Dutch mais Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare