merkitä Tagalog - Dutch

1.


2.


3.

  • Dutchaantekenen, noteren, opschrijven


  • Dutchaanduiden


4.


5.

  • Dutchmarkeren, aanduiden, optekenen


  • Dutchnoteren, opschrijven, neerpennen, nota nemen


6.


7.

  • Dutchopschrijven, neerschrijven, noteren


8.

  • Dutchbetekenen, willen zeggen, bedoelen

  • Tagalogibig sabihin


9.


10.


11.

  • Dutchbetekenen, willen zeggen, bedoelen

  • Tagalogibig sabihin


12.


13.

  • Dutchimpliceren, inhouden


14.

  • Dutchbelangrijk zijn, er toe doen


15.


16.


17.


18.

  • Dutchbetekenen, willen zeggen, bedoelen

  • Tagalogibig sabihin


19.


20.


21.

  • Dutchmarkeren, aanduiden, optekenen


  • Dutchnoteren, opschrijven, neerpennen, nota nemen





English translator: Tagalog Dutch merkitä  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare