merkitä Swahili - Dutch

1.


2.


3.

  • Dutchaantekenen, noteren, opschrijven


  • Dutchaanduiden


4.


5.

  • Dutchmarkeren, aanduiden, optekenen

  • Swahilimaki


  • Dutchnoteren, opschrijven, neerpennen, nota nemen

  • Swahilimaki


6.


7.

  • Dutchopschrijven, neerschrijven, noteren


8.

  • Dutchbetekenen, willen zeggen, bedoelen


9.


10.


11.

  • Dutchbetekenen, willen zeggen, bedoelen


12.


13.


14.

  • Dutchimpliceren, inhouden


15.

  • Dutchbelangrijk zijn, er toe doen


16.


17.


18.


19.

  • Dutchbetekenen, willen zeggen, bedoelen


20.


21.


22.

  • Dutchmarkeren, aanduiden, optekenen

  • Swahilimaki


  • Dutchnoteren, opschrijven, neerpennen, nota nemen

  • Swahilimaki





English translator: Swahili Dutch merkitä  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare