vervallen Spanish - Dutch

1.


2.

  • Dutchvervallen, in verval raken, verloederen

  • Spanishdeteriorar


3.

  • Dutchafnemen, terugvallen, achteruitgaan, vervallen


4.

  • Dutchaflopen, vervallen, verstrijken, verlopen

  • Spanishvencer, caducar


5.

  • Dutchvervallen, in verval raken, verloederen

  • Spanishdeteriorar


6.

  • Dutchverloederd, verwaarloosd, vervallen

  • Spanishderruido





English translator: Spanish Dutch vervallen  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare