podobać się Spanish - Dutch

1.

  • Dutchaantrekkelijk zijn, aantrekken, aanspreken

  • Spanishatraer


2.

  • Dutchgraag hebben, graag zien, zich aangetrokken voelen tot, leuk vinden

  • Spanishgustar qualifier





English translator: Spanish Dutch podobać się  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare