lära Spanish - Dutch
1.
-
Dutchoverlevering
-
Spanishsabiduría
2.
-
Dutchleren
-
Spanishaprender
-
Dutchervaren, vernemen, te weten komen, op de hoogte gesteld worden
-
Spanishaprender, enterarse
3.
-
Dutchgeloofsovertuiging
-
Spanishcredo
4.
5.
-
Dutchleren
-
Spanishaprender
-
Dutchervaren, vernemen, te weten komen, op de hoogte gesteld worden
-
Spanishaprender, enterarse
6.
7.
-
Dutchstuderen, leren
-
Spanishestudiar
8.
-
Dutchmemoriseren, uit het hoofd leren
-
Spanishaprender de memoria, memorizar
English translator: Spanish Dutch lära Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare