слагам Spanish - Dutch
1.
-
Dutchlokken, aantrekken
-
Spanishcebar
2.
-
Spanishponer en salmuera, salar
3.
-
Dutchzetten, plaatsen, leggen, doen, stellen
-
Spanishponer, colocar, situar
4.
-
Dutchin de boeien slaan, handboeien omdoen, boeien
-
Spanishesposar
5.
-
Dutchverpakken, inpakken, in een zak stoppen, in een zak steken (may be Belgian)
6.
-
Dutcher een handvat aanzetten, vatten
7.
-
Spanishengalgar
8.
-
Dutchintomen, beteugelen
9.
-
Spanishreservar, apartar, asignar, destinar
English translator: Spanish Dutch слагам Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare