anziehen Russian - Dutch
1.
-
Dutchaantrekken, aandoen
-
Russianнадева́ть
2.
-
Dutchaantrekken, zich
-
Russianнадева́ть, наде́ть
3.
-
Dutchopzien baren, aandacht trekken
-
Russianпривлека́ть внима́ние
4.
-
Dutchaantrekken
-
Russianпритя́гивать
-
Dutchaantrekken
-
Russianпривлека́ть
5.
-
Dutchaantrekkelijk zijn, aantrekken, aanspreken
-
Russianнра́виться
6.
-
Dutchschroeven, vijzen
-
Russianприви́нчивать
7.
-
Russianодева́ть, одева́ться
English translator: Russian Dutch anziehen Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare