seurata Norwegian - Dutch
1.
-
Dutchdoor de vingers zien
2.
3.
-
Dutchachtervolgen
-
Dutchvolgen
4.
-
Dutchimpliceren, inhouden
-
Norwegianimplisere, medføre
5.
-
Dutchveroorzaken, leiden tot, tot gevolg hebben
-
Dutchopleveren, resulteren (in), uitkomen
6.
-
Dutcherop volgen, daarop volgen
English translator: Norwegian Dutch seurata Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare