común Norwegian - Dutch
1.
-
Dutchgemeenplaats
2.
-
Dutchalomtegenwoordig
3.
-
Dutchgewone es
4.
-
Dutchgezond verstand
5.
-
Dutchtoilet, badkamer
-
Norwegiantoalett
6.
-
Dutchslobeend
7.
-
Dutchsoortnaam
-
Norwegianappellativ, fellesnavn, samnamn
8.
-
Dutchzeldzaa
9.
-
Dutchgewone esdoorn
-
Norwegianplatanlønn
10.
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
-
Norwegianvanlig
-
Dutchveelvoorkomend
-
Norwegianvanlig
-
Dutchgewoon
-
Norwegianvanlig
11.
-
Dutchversleten, afgezaagd, banaal
12.
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
-
Norwegianvanlig
-
Dutchveelvoorkomend
-
Norwegianvanlig
-
Dutchgewoon
-
Norwegianvanlig
13.
-
Dutchgezamenlijk, gezamenlijke
14.
-
Dutchzurkel, veldzuring
-
Norwegianengsyre
15.
16.
-
Dutchtoilet, badkamer
-
Norwegiantoalett
17.
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
-
Norwegianvanlig
-
Dutchveelvoorkomend
-
Norwegianvanlig
-
Dutchgewoon
-
Norwegianvanlig
18.
19.
-
Dutchkoet
20.
-
Dutchhuisvlieg
21.
-
Dutchwijdverspreid
22.
-
Dutchalledaags
23.
-
Dutchveldleeuwerik
24.
-
Dutchdoordeweeks, alledaags
25.
26.
-
Dutchmadeliefje
27.
-
Dutchchampignon
28.
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
-
Dutchgemeen, gemene, gewoon, gewone
-
Norwegianvanlig
-
Dutchveelvoorkomend
-
Norwegianvanlig
-
Dutchgewoon
-
Norwegianvanlig
29.
30.
-
Dutchgrauwe gans
-
Norwegiangrågås
31.
-
Dutchgemeen
32.
English translator: Norwegian Dutch común Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare