passé Latin - Dutch
1.
2.
-
Dutchvervlogen
3.
4.
-
Dutchgisterjaar
5.
-
Dutchqualifiernlranzig, qualifiernl
-
Dutchouderwets
6.
-
Dutchverleden tijd
7.
-
Dutchverledenvervlogene
-
Dutchverleden tijd
-
Dutchvoorbij, voorbije, afgelopen
-
Dutchvoorbij, voorbije
-
Dutchvoorbij, voorbije, verleden
8.
-
Dutchin de verleden tijd, in het preteritum
9.
-
Dutchvoltooid deelwoord
10.
-
Dutchachtergrond
11.
-
Dutchverledenvervlogene
-
Dutchverleden tijd
-
Dutchvoorbij, voorbije, afgelopen
-
Dutchvoorbij, voorbije
-
Dutchvoorbij, voorbije, verleden
12.
-
Dutchvoorbij
English translator: Latin Dutch passé Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare