levittää Japanese - Dutch
1.
-
Dutchvergroten, uitbreiden, openzetten, opentrekken
2.
-
Dutchgellen
3.
-
Dutchwalsen, pletwalsen
4.
-
Dutchsmeren, uitsmeren
-
Japanese塗る塗り付ける
5.
-
Dutchverspreiden, spreiden, uitbreiden, verbreiden, uitstrekken
-
Japanese開く
-
Dutchspreiden, uitspreiden, strekken, uitstrekken, stretchen
-
Japanese広げる開く
-
Dutchverbreiden, verspreiden, uitstrooien
-
Japanese散らす
-
Dutchsmeren, bestrijken, besmeren, uitsmeren
-
Japanese塗る
-
Dutchverspreiden, verbreiden
-
Japanese広げる
6.
-
Dutchverspreiden
-
Japanese蒔く
7.
-
Dutchbemesten
8.
-
Dutchaanbrengen
9.
-
Japanese伝播する
-
Dutchpropageren
10.
-
Dutchstrooien, bestrooien
-
Japanese散らすばら撒く
11.
-
Dutchrondbazuinenen, ingang doen vinden
12.
-
Dutchcheckuitspreiden
English translator: Japanese Dutch levittää Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare