suka Greek - Dutch
1.
-
Greekευφορία
2.
-
Dutchgezellig, sociaal, gregarieus, uitgaand
-
Greekκοινωνικός
3.
4.
5.
6.
-
Dutchvore, voor
-
Greekαυλάκι
-
Dutchdoorploegen
7.
-
Dutchhouden van, graag hebben, lusten, graag lusten, leuk vinden
-
Greekαρέσει, qualifierel
-
Dutchgraag hebben, graag zien, zich aangetrokken voelen tot, leuk vinden
-
Greekαρέσει, αγαπώ
-
Dutchfavoriet
-
Greekπροτίμησηαγάπη
8.
-
Dutchroska
9.
-
Dutchcheckslet
English translator: Greek Dutch suka Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare