stawiać Greek - Dutch

1.

  • Dutchzetten, neerzetten

  • Greekβάζω


  • Dutchaanpassen, instellen

  • Greekρυθμίζω, βάζω qualifier


2.

  • Dutchzetten, neerzetten

  • Greekβάζω


  • Dutchaanpassen, instellen

  • Greekρυθμίζω, βάζω qualifier


3.


4.

  • Dutcher op kunnen rekenen, er van op aan kunnen





English translator: Greek Dutch stawiać  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare