bitte Greek - Dutch
1.
-
Dutchzou/zouden (past tense of zullen), gelieve
2.
-
Dutchverzoeken
-
Greekζητώ
-
Dutchcheckinroepen
3.
-
Greekτίποτα
4.
-
Dutchgraag gedaan
5.
-
Dutchqualifiernl
-
Greekορίστε
6.
-
Dutchqualifiernla.u.b., a.j.b.
-
Greekπαρακαλώ
7.
-
Dutchsorry, het spijt me, pardon, excuseer
-
Greekσυγγνώμη
-
Dutchpardon?, wat zegt u, wat zeg je
8.
-
Dutchmeerpaalaanlegpaal
9.
-
Dutchbloem
-
Greekάνθοςανθός
10.
English translator: Greek Dutch bitte Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare