понима́ть Greek - Dutch
1.
-
Greekκαταλαβαίνω, κατανοώ
-
Dutchgeloven
-
Greekαντιλαμβάνομαι
-
Dutchcheckverstaan, checkbegrijpen, checkbut “begrijpen” or “snappen” a concept or idea or decision.
2.
-
Dutchbegrijpen, bevroeden, snappen
3.
-
Dutchontvangen
4.
-
Dutchbegrijpen, bevatten
5.
-
Dutchsnappen, begrijpen
6.
-
Dutchontcijferen, verstaan, snappen
-
Dutchontcijferen, verstaan, snappen
7.
-
Dutchmenen
8.
-
Dutch(iemand) begrijpen
-
Greekκαταλαβαίνω, αντιλαμβάνομαι, εννοώ
9.
-
Dutchbeseffen, zich realiseren, inzien
-
Greekαντιλαμβάνομαι
10.
-
Dutchbeseffen
-
Greekαντιλαμβάνομαι
11.
-
Dutchbegrijpen, snappen
12.
-
Dutchbegrijpen, verstaan, snappen
13.
-
Dutchbegrijpen, verstaan, snappen
14.
-
Dutchbegrijpen, verstaan, snappen
15.
-
Dutchbegrijpen, verstaan, snappen
English translator: Greek Dutch понима́ть Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare