agora German - Dutch
1.
-
Dutchagorafobie
-
GermanAgoraphobie
2.
-
Dutchnu, nou, thans
-
Germanjetzt, nun, gerade
-
Dutchnu
-
Germannun da, nun wo, jetzt wo
-
Dutchnu!
-
Germanjetzt, los
-
Dutchheden
-
GermanJetzt
3.
-
Dutchtrouwens, overigens, nu dat ik eraan denk, tussen haakjes
-
Germanapropos, nebenbei, übrigens
-
Dutchtrouwens, overigens, nu dat ik eraan denk, tussen haakjes
-
Germanapropos, nebenbei, übrigens
4.
-
Dutchhiertevoren
-
Germanbislang
5.
-
Dutchvoortaan, van nu af aan
-
Germanab jetzt, von jetzt an
6.
-
Dutchtot nu toe, tot zover, tot dusver, totnogtoe, tot hiertoe
-
Germanbislang, bisher, bis jetzt
7.
-
Dutchvoortaan, vana
-
Germankünftig, fürderhin, hinfort, fortan
8.
-
Germanso weit, so gut
9.
-
Dutchheden, momenteel, nu
-
Germangegenwärtig, zur Zeit, derzeitig, jetzt, zurzeit, momentan
-
Dutchcheckvandaag de dag, checkheden ten dage , checkdezer dagen , checktegenwoordig
-
Germanheutzutage, heute
10.
-
Dutchtot dan toe, tot hiertoe, tot dusver, tot nu toe, tot dusverre
-
Germanbis dahin, bis dato, bislang, bisher
11.
12.
-
Dutchonderhand
13.
-
Germangenau jetzt, sofort
English translator: German Dutch agora Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare