про́шлый French - Dutch

1.

  • Dutchlaatst, afgelopen, vorig

  • Frenchdernier


2.


3.


4.

  • Dutchlaatst, afgelopen, vorig

  • Frenchdernier


5.

  • Dutchlaatst, afgelopen, vorig

  • Frenchdernier


6.

  • Dutchvoorbij, voorbije, afgelopen

  • Frenchpassé


  • Dutchvoorbij, voorbije, verleden

  • Frenchpassé


7.

  • Dutchvoorbij, voorbije, afgelopen

  • Frenchpassé


  • Dutchvoorbij, voorbije, verleden

  • Frenchpassé





English translator: French Dutch про́шлый  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare