vaatia Estonian - Dutch

1.


2.

  • Dutchblijven bij, volhouden, met klem beweren, erop staan, aandringen


3.

  • Dutchnoodzaken, noodzakelijk maken


4.


5.


6.

  • Dutchopeisen, claimen


  • Dutchopeisen, aanspraak maken op


7.

  • Dutchbedingen, stipuleren


8.

  • Dutchvereisen, nodig hebben, behoeven, benodigen

  • Estonianvajama, pidama


9.

  • Dutchopeisen, doen gelden





English translator: Estonian Dutch vaatia  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare