<>

sätta Estonian - Dutch

1.


2.

  • Dutchzetten, neerzetten


  • Dutchaanpassen, instellen


  • Dutchzetten


3.


4.


5.


6.


7.


8.

  • Dutchzetten, plaatsen, leggen, doen, stellen


9.


10.


11.

  • Dutchzetten, neerzetten


  • Dutchaanpassen, instellen


  • Dutchzetten


12.

  • Dutchbeginnen, starten, aanvangen, initiëren


13.


14.


15.

  • Dutchin de boeien slaan, handboeien omdoen, boeien


16.


17.


18.


19.

  • Dutchwaarderen, appreciëren, dankbaar zijn voor

  • Estoniantunnustama


  • Dutchnaar/op waarde schatten, waarderen

  • Estonianhindama


20.

  • Dutchcheckin quarantaine plaatsen/zetten


21.

  • Dutchin brand steken, aansteken


22.

  • Dutchaanzetten, inschakelen





English translator: Estonian Dutch sätta  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare