divide Dutch - Slovak
1.
-
Dutchveelvoud
2.
3.
4.
5.
-
Dutchhalveren
6.
-
Dutchrangschikken, classificeren
7.
8.
9.
-
Dutchsplijten
10.
11.
-
Dutchtak
12.
-
Dutchsplijten
13.
14.
-
Dutchvertakking, bifurcatie, tweesprong
15.
-
Dutchverwonding
16.
17.
-
Dutchverdelen
-
Dutchverspreiden
18.
-
Dutchopdeling, partitie, splitsing, verdeling
-
Dutchaandeelpart
-
Dutchopdelen, splitsen, verdelen
-
Dutchdismemberen, opdelen, splitsen, verdelen
19.
-
Dutchsplitsen, opsplitsen
-
Dutchverdelen
20.
-
Dutchscheiden, zich verdelen, schiften
21.
-
Dutchvierdelen, vierendelen
22.
-
Dutchonderverdelen
23.
-
Dutchdivide et impera, deel en heers, verdeel en heers
English translator: Dutch Slovak divide Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare