trekken Dutch - Russian
1.
-
Dutchten strijde trekken
-
Russianмарширова́ть
2.
-
Dutchvoordeel trekken uit
-
Russianэксплуати́ровать
3.
-
Dutchopzien baren, aandacht trekken
-
Russianпривлека́ть внима́ние
4.
-
Dutchaantrekken
-
Russianпритя́гивать
-
Dutchaandacht trekken
-
Russianпривлека́ть
-
Dutchaantrekken
-
Russianпривлека́ть
5.
-
Dutchtrekken
-
Russianтяну́тьтащи́ть
6.
-
Dutchtrekken, draaien, knijpen
-
Russianщипа́ть
7.
-
Dutchbekken trekken, grimassen
8.
-
Dutchtrekken
-
Russianотклоня́тьсясходи́ть
9.
-
Dutchtrekken, op trektocht gaan, rondtrekken, reizen, rondreizen
-
Russianпутеше́ствовать
10.
-
Dutchtrekken
-
Russianтяну́тьтащи́ть
11.
-
Dutcher vanonder muizen, 'm smeren, zijn biezen pakken, wegwezen, er vanonder trekken
English translator: Dutch Russian trekken Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare