pata Dutch - Quechua
1.
-
Dutchvlek
2.
-
Dutchketel
3.
-
Dutchooglid
4.
-
Dutchervaren, vernemen, te weten komen, op de hoogte gesteld worden
5.
-
Dutchdoodgaan, sterven, overlijden
-
Quechuawañuy
6.
7.
-
Dutch(het) verknallen
8.
-
Dutchdoodgaan, sterven, overlijden
-
Quechuawañuy
9.
-
Dutchblunder
10.
-
Dutchhiel
11.
-
Dutchdoodgaan, sterven, overlijden
-
Quechuawañuy
12.
-
Dutchpoot
13.
-
Dutchblunderflater
14.
-
Dutchervaren, vernemen, te weten komen, op de hoogte gesteld worden
15.
16.
-
Dutchde pijp aan Maarten geven, het loodje leggen
17.
-
Dutchankerbladwem
18.
-
Dutchhiel
19.
20.
-
Dutchschopnlschep
-
Dutchschoppen
21.
-
Dutchspoor
22.
23.
-
Dutchketel
24.
-
Dutchnemen, pakken, halen
-
Dutchkrijgen, verkrijgen
-
Dutchworden
-
Dutchbegrijpen, verstaan, snappen
-
Dutchworden
25.
-
Dutchnemen, pakken, halen
-
Dutchkrijgen, verkrijgen
-
Dutchworden
-
Dutchbegrijpen, verstaan, snappen
-
Dutchworden
26.
-
Dutchschoppen
27.
-
Dutchnemen, pakken, halen
-
Dutchkrijgen, verkrijgen
-
Dutchworden
-
Dutchbegrijpen, verstaan, snappen
-
Dutchworden
28.
29.
30.
-
Dutchnemen, pakken, halen
-
Dutchkrijgen, verkrijgen
-
Dutchworden
-
Dutchbegrijpen, verstaan, snappen
-
Dutchworden
31.
-
Dutchgrauwe gans
English translator: Dutch Quechua pata Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare