verkoelen Dutch - Norwegian

1.

  • Dutchkoel, verkoelend, verkwikkend


  • Dutchafkoelen, bekoelen, koelen, verkoelen, (mildy) verfrissen, (much) verkillen


  • Dutchafkoelen, bekoelen, verkoelen, (much) verkillen

  • Norwegianhardne


  • Dutchafkoelen, koelen, verkoelen, (much) verkillen





English translator: Dutch Norwegian verkoelen  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare