passant Dutch - Norwegian

1.

  • Dutchvoorbijganger, passant

  • Norwegian


2.


3.

  • Dutchtrouwens, overigens, nu dat ik eraan denk, tussen haakjes

  • Norwegianforresten

  • Dutchtrouwens, overigens, nu dat ik eraan denk, tussen haakjes

  • Norwegianforresten


4.

  • Dutcho, omheen, langs





English translator: Dutch Norwegian passant  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare