assolvere Dutch - Norwegian

1.

  • Dutchvergeven, kwijtschelden, ontheffen, ontslaan van een verplichting

  • Norwegianfrikjenne


  • Dutchvrijspreken, vergeven

  • Norwegianfrikjenne


  • Dutchvergeven, absolveren

  • Norwegiantilgi


  • Dutchbeëindigen, afwerken





English translator: Dutch Norwegian assolvere  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare