nativ Dutch - Korean
1.
-
Dutchmoedertaalspreker
2.
-
Dutchmoeder-, geboorte-, aangeboren
-
Dutchoorspronkelijk, ingeboren, inheems, geboren en getogen
-
Dutchinheems
-
Korean토산의
-
Dutchautochtoon
-
Dutchautochtoon
English translator: Dutch Korean nativ Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare