halten Dutch - Indonesian
1.
-
Dutchhouden, vasthouden
-
Indonesianmemegang
-
Indonesianchecktahan, checkmenahan
2.
3.
-
Dutchintomen, in bedwang houden
-
Dutchgepikeerd reageren, zich vijandig opstellen
4.
-
Dutchvergoeden
5.
-
Dutchbehouden
6.
-
Dutchbeschouwen, vinden
7.
8.
-
Dutchvoor lief nemen
9.
-
Dutchbeschouwen
10.
-
Dutchvervullen, zich
11.
-
Dutchzwijgen, stilvallen
12.
-
Dutchoverwinteren, een winterslaap houden
-
Indonesianhibernasi
13.
-
Dutchcheckbetogen, checkeen betoog houden , checkeen rede(voering) houden
14.
-
Dutchcheckbetogen, checkeen betoog houden , checkeen rede(voering) houden
15.
-
Dutchdrijvend houden, vlottend houden
-
Dutchstutten, hoog houden
16.
-
Dutchbeknibbelen
17.
-
Dutchsamenhangen
18.
-
Dutchbelofte breken
English translator: Dutch Indonesian halten Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare