игра́ Dutch - Greek

1.

  • Greekπράξη


  • Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)

  • Greekυποδύομαι


2.

  • Greekευ αγωνίζεσθαι, φερ-πλέυ, φερ πλέυ


3.


4.


5.


6.


7.


8.

  • Greekπράξη


  • Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)

  • Greekυποδύομαι


9.

  • Greekπράξη


  • Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)

  • Greekυποδύομαι


10.


11.

  • Greekπράξη


  • Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)

  • Greekυποδύομαι


12.


13.


14.

  • Greekπράξη


  • Dutchoptreden (on stage), spelen (general), opvoeren (on stage), acteren (general), toneelspelen (on stage)

  • Greekυποδύομαι


15.

  • Dutchbowls, koersbal


16.


17.





English translator: Dutch Greek игра́  Eesti sõnaraamat   Español Traductor   Svenska Översättare