loslaten Dutch - German
1.
2.
3.
4.
-
Dutchloslaten, vrijlaten
-
Germanentfesseln, von der Leine lassen
5.
-
Dutchopgeven, loslaten, verzaken, afstand doen van
-
Germanverlassen, aufgeben, überlassen
-
Dutchloslaten, vrijlaten
-
Germanabtreten, Verzicht leisten
-
Dutchopgeven, loslaten
-
Germanaufgeben
-
Dutchopgeven, loslaten, verzaken (ann)
-
Germanaufgeben, abtreten
6.
English translator: Dutch German loslaten Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare