dood Dutch - German
1.
-
Dutchdood, dode, overleden, gestorven
-
Germantot, gestorben
-
Dutchbloed-, oer-, dood-
-
Germantod-
2.
-
Dutchuitgedoofd, slapend, dood
-
Germanerloschen
3.
-
Dutchdood(straf)
-
GermanKapital-
4.
-
Dutchdood, dode, overleden, gestorven
-
Germantot, gestorben
-
Dutchbloed-, oer-, dood-
-
Germantod-
5.
-
Dutchdood(straf)
-
GermanKapital-
6.
7.
-
Dutchnog in leven, nog niet dood en begraven
8.
-
Dutchdood, dode, overleden, gestorven
-
Germantot, gestorben
-
Dutchbloed-, oer-, dood-
-
Germantod-
9.
-
Dutchkruisiging
-
GermanKreuzigung
-
Dutchde kruisiging
-
GermanKreuzigung
10.
-
Dutchonderwereld, leven na de dood
11.
-
Dutchlevenloos, levensloos, dood, doods, ontzield
-
Germanleblos, tot, entseelt
English translator: Dutch German dood Eesti sõnaraamat Español Traductor Svenska Översättare